De jonge drummer en componist Ruud Voesten verdiepte zich tijdens de coronaperiode inDante’s meesterwerk ‘La Divina Commedia’ en wilde het graag vertalen naar muziek. ‘Ambrosia’, zijn debuutalbum en tevens de naam van zijn kwintet, is het resultaat hiervan. Net als zijn kompaan, bassist Tijs Klaassen schrijft Voesten orkestraal, dat wil zeggen: hij zet de instrumentalisten in zijn groep in voor een totaalresultaat. De saxen van Mo van der Does (alt) en Wietse Voermans (tenor) verzorgen soms de melodie, en mogen soms gepassioneerd en expressief soleren, maar dat is zeker geen vast stramien. Het sublieme strijk- en plukwerk van Klaassen vervult regelmatig een hoofdrol. En ook toetsenman Koen Schalkwijk is een onmisbare factor, met kernachtig pianospel en subtiel neergezette synthesizerpartijen. Voesten zelf houdt zich in het ensemble bescheiden op de achtergrond – naar een drumsolo is het vergeefs zoeken. Maar als componist schittert hij des te meer, want ‘Ambrosia’ is een rijk, afwisselend album geworden waarop ieder stuk zijn eigen vorm heeft. En als we dan per se nog iets van een literaire inhoud eraan willen verbinden, dan zou het zoiets breeds als de ‘condition humaine’ moeten zijn. Vreugde, ontroering, verdriet, melancholie en somberheid, je hoort het allemaal terug in dit magnifieke debuut.